Vervolg  11

 

De overtocht van StubbekÇ¿bing naar Bogø, duurt maar even. Op Bogø aangekomen eerst even wat rondgefietst daar, gewoon omdat het nog heel erg vroeg is en de weg naar de volgende overnachting niet overdreven ver weg is, zo’n 40 km. Maar op Bogø is niet veel te beleven en na een half uurtje ga ik dan toch maar richting Hjelm, dat ligt weer op een ander eiland maar daarvoor ga je over een lange dijk en brug, met gelukkig een fietspad want anders was het wel erg druk geweest op de brug en bovendien een beetje erg gevaarlijk denk ik.
Eenmaal weer vaste wal onder de wielen verloopt de tocht weer zeer voorspoedig en vroeger dan de bedoeling is ben ik op het logeeradres. Tenminste dat denk ik, maar door een typefoutje van mijn kant in de navigatie sta ik wel op een heel rare plek,er is niets te zien, behalve een paar schapen, een hoop verdord gras en een leeg hok zonder deur. Op het hok staat wel het nummer dat ik vanmorgen heb ingetikt op de navigatie maar het klopt dus niet. Dan nog maar even weer op het papier kijken waar alle slaapadressen opstaan. En dan zie ik het,  het nummer van het adres is niet juist ingetikt, ik moet nog een stuk of wat kilometertjes verder want de huizen en boerenhoven staan hier nou niet echt naast elkaar
Maar wanneer ik daar een kwartiertje later aankom is het nog steeds veel te vroeg.
Dan maar even kijken waar ik vanavond iets te eten kan krijgen.
Nou dat is dan Stege, tien kilometer naar het noorden. Verder is er in de buurt niets te vinden. Dat is dan pech. Nu maar hopen dat er in het pension iets te eten en te drinken is. Voor de zekerheid toch maar even iets gekocht voor vanavond.
Nu weer terug naar Hjelm.
Daar weer aangekomen ga ik de grote deur van de hoeve binnen. Het is er prachtig op het eerste gezicht maar ik zit mij serieus af te vragen of ik wel aan het goede adres ben. Maar een blik op het boekingsformulier leert mij dat ik echt op het goede adres ben. Dan maar de receptie opzoeken. Bij een deur waarop receptie staat bel ik aan. Geen gehoor. Nog maar een keertje bellen. Tussen de vele papiertjes op de deur hangt nog een papiertje met een telefoonnummer met de mededeling dat wanneer er niemand is , even dit nummer bellen. Nou, dat doen we dan maar. Een stem aan de andere kant vraagt wie ik ben en wat ik wil. Ik zeg wie ik ben en dat ik een kamer heb gereserveerd. Maar ze begrijpt er niet veel van. Bovendien is de verbinding wel zeer slecht. Ik hoor nog net dat er een meneer op het terrein is die mij wel verder kan helpen en daarmee is het gesprek afgelopen.
Nou, leuk dan.
Nu op zoek naar de meneer die mij verder kan helpen.
Toevallig komt er een Indiaas uitziende meneer aanlopen, gekleed in een wit gewaad. Hij of hij stelt zich voor als Padraig.  (opgezocht, betekent Nobel) Ik zeg dat ik op zoek ben naar iemand die mij mijn kamer kan wijzen, ik heb gereserveerd.
Ja, zegt die ik heb het net gehoord van mijn werkgeefster. Volgt U mij maar.
Tja, ik volg U, denk ik.
Hij het grote gebouw in en loopt een trap op naar boven. Dit is uw kamer zegt hij. Op een grote zolderkamer staan 2 bedden, zoekt U hier maar èèn van uit, zegt die. Beneden is de badkamer en wc, die deelt U met de kamer hiernaast.  Eet U ook mee vanavond? Ja, zeg ik want waar moet ik anders eten, denk ik.  Goed, zegt hij, we eten  en meteen volgt daar een heel verhaal over wat we eten gaan. Het is vegetarisch want die is een meditatie en yogacentrum want daar ben ik dus tercht gekomen.
En er wordt geen koffie geserveerd alleen op speciaal verzoek, wel groene thee. Alcohol wordt er ook niet geschonken wanneer ik wel alcohol wil drinken zal ik hier zelf voor moeten zorgen. Ik blij dat ik uit Stege een paar kleine blikjes bier heb meegenomen.
Gaat vast heel gezellig worden hier, denk ik.
Nadat mij nog het een en ander verteld ik verlaat Padraig mij. Hij schrijdt als het ware de kamer uit.
ENGERD!!!!!

 

 

 

12