10 - 2009
Dag 11
Esbjerg via Ribe naar Tönder
Gefietst: 91,62 km
Hoewel ik best heel erg moe ben van het dagje Kopenhagen duurt
het nog wel even voor ik naar bed ga want de minibar op mijn
kamer sluit niet. En na een zakje chips, paar flesjes bier ga ik toch
maar naar bed, maar slapen nee hoor.
Uiteindelijk kan ik maar één ding bedenken paracetamol, laat ik
dat maar doen, moet toch een paar uur slapen want morgen word
het weer warm en ik moet naar Ribe toe. Gelukkig, het werkt,
zoals altijd. En om 07.00 uur word ik wakker, ik blijf nog even
liggen want tenslotte was het een uur of half 3 vannacht dat ik die
paracetamol heb gehad en dus heb ik niet erg veel slaap gehad.
Maar om half acht besluit ik er toch maar uit te gaan en mij te
douchen. Het is druk in de eetzaal, veel drukker dan gistermorgen
toen zaten we daar met z’n vijven, nu vanmorgen loopt het af en
aan, het is een drukte van belang, veel arbeiders die in de omgeving
werken en bijvoorbeeld ergens anders vandaan komen zoals
Polen, Duitsland of uit andere plaatsen in Denemarken. Het is
blijkbaar heel gewoon dat de werkgever je in een hotel laat logeren
en dat je weer vertrekt zo gauw het werk er opzit. Ik eet mijn
broodjes op, drink zoals gewoonlijk een glaasje melk en een paar
kopjes koffie. Ga weer naar mijn kamer en pak mijn boeltje bij
elkaar, reken af en ga op weg naar Ribe. Het is mooi weer de zon
doet flink zijn best ik heb een zonnebril op omdat mijn petje in
Kopenhagen ligt om daar gerecycled te worden tot misschien wel
weer een nieuw petje o.i.d. Ik heb nog even gekeken of ik in
Esbjerg een petje kon kopen vanmorgen maar het was nog te
vroeg , de winkels waren nog niet open, die gaan pas om een uur
of tien open en het was half 10 dat ik uit het hotel vertrok en een
half uur wachten is geen optie want het wordt alleen maar warmer.
Van Esbjerg naar Ribe is niet zover een kilometer of 25 dus
ik ben er zo. Even voor Ribe is een grote fietsenzaak en ik besluiter een kijkje tenemen en mijn banden een beetje bijvullen met
lucht, dus naar de werkplaats gegaan en een mevrouw die op mij
afkomt gevraagd of ze wel wat lucht in mijn banden wil doen. Zo
gezegd, zo gedaan en ik ga weer vrolijk op stap met de fiets richting
het centrum van Ribe, zo’n 2 kilometer verderop. Na 1 kilometer
kom ik langs een grote parkeerplaats met een wc, er staat
nog een fiets met flink wat bagage van iemand die met een tent is
zo te zien. Eerst maar eens naar de wc, kom ik van de wc zegt
een stem van een manspersoon die aan een picknicktafel zit, bent
u op de heenweg of op de terugweg. Ik vraag wat die bedoelt.
Nou gaat U Denemarken in of gaat U Denemarken uit. Ik zeg dat
ik op de terugweg ben naar Nederland, Groningen om precies te
zijn, daar kom ik vandaan. Oh dan heeft U nu tegenwind want ik
heb het ervan af. Ach zeg ik het maakt mij niet veel uit ik heb het
altijd wel gemakkelijk met fietsen want ik heb een fiets met trapondersteuning.
Dat fietst vast wel lekker, maar dat is niets voor
mij. We praten nog een poosje en ik vertel hem dat ik op weg ben
naar het centrum van Ribe om daar een nieuw petje te kopen. Een
nieuw petje vraagt die man. Ja, ik ben gisteren naar Kopenhagen
geweest en mijn petje, die ik al meer dan 20 jaar had, die versleten
was aan alle kanten, waar ik geen afstand van kon doen ligt nu
weg te rotten. En ik merk dat ik er nog emotioneel van raak. Zelfs
nu 3 dagen later, het is zondag 19 juli wanneer ik dit opschrijf. Ach,
wat erg en wat gek dat je aan zoiets zo gehecht kunt raken, ik heb
dat ook eens meegemaakt met een zakmes, zegt de man, die was
ik ook zomaar op een dag kwijt, ben er dagen van, van slag geweest.
We praten nog wat over koetjes en kalfjes en dan ga ik
weg, de man blijft nog wat zitten en eet wat. In ga het centrum
van Ribe in om een nieuw petje te kopen. Even later bereik ik dat
centrum, één lange winkelstraat met allemaal kleine en nog kleinere
winkeltjes, met van alles en nog wat, bij een winkel zie ik ook
een bak met petjes. Ik besluit mijn fiets even ergens neer te zetten
om het allemaal wat beter te bekijken. Daar bij het water in de
schaduw staat een scooterbrommer, daar zet ik hem neer. Op slot
want dat is veilig, alsof er iemand met zo’n zware fiets vandoor zal
gaan. Ik loop terug naar de petjesbak en zit er wat in te graaien en
plotseling een harde knal. Het is een moment heel erg stil in de