16
Dagje Arnhem
Voor en vrije dag was het vroeg opstaan vanmorgen.
Dit komt omdat de gastvrouw een afspraak had om 9.30 uur.
Voor de andere gasten kwam het eigenlijk wel goed uit want die moesten nog flink aantal kilometers fietsen voordat ze weer thuis waren in Enschede.
Ik ga vandaag Arnhem bekijken en foto’s maken.
Nadat het ontbijt is afgelopen gaan de andere gasten de bagage op de fiets laden en ik ga nog even naar mijn kamer om een paar dingetjes op te halen, zoals het fototoestel en één accu voor de fiets. Dan kan ik wanneer ik genoeg heb van de binnenstad van Arnhem altijd nog een eindje gaan fietsen, zo groot is Arnhem tenslotte ook niet.
Om 10.00 uur ben ik al in het centrum en om er zeker van te zijn dat m’n fiets er straks nog staat breng ik hem zolang naar de stalling,het kost niets en wordt toch zwaar bewaakt door op het moment dat ik mijn fiets daar binnenbreng , drie uit de kluiten gewassen mannen. Veel fietsen staan er nog niet , het is tenslotte nog vroeg.
De fiets krijgt een label en ik krijg ook een labeltje, dat ik goed moet bewaren, en straks moet laten zien wanneer ik mijn fiets weer kom ophalen.
eerst maar eens even naar de plaatselijk VVV. Dar een plattegrond gevraagd van de stad . Nadat ik de plattegrond eens even bestudeerd heb word één ding mij al gauw duidelijk. Hier ben ik zo klaar, hier is niet zo gek veel te zien.
Eerst maar eens naar de Eusbiustoren, die staat in de steigers. Dan naar het monument voor Wereldoorlog II.
Daarna nog maar eens door de winkelstraat lopen en een paar andere straten in hartje Arnhem.
En dan heb ik het wel gezien.
Bij een brasserie ga ik een tosti eten en een glas chocomel drinken.
Dan ga ik mijn fiets maar ophalen voor een ritje rondom Arnhem.
Een ritje rond Arnhem met maar één doel, morgen niet verkeerd rijden wanneer ik naar Leliestad ga. Dat is een eind dus moet er niet al te fout worden gereden.
Op mijn zoektocht naar de juiste weg naar in de eerste instantie Ede kom ik langs een pannenkoekhuis. Maar omdat het nog maar 15.00 uur is en dus nog veel te vroeg voor het avondeten ga ik eerst maar eens een drankje drinken en vragen tot hoe laat ze geopend zijn. Tot 20.00 uur is het antwoord. Oké, tot vanavond. Daarna ga ik naar mijn logeeradres om even het dagboek bij te werken want daar is gisteren niets van gekomen.
Bij thuiskomst direct ijverig aan de slag.
Om 17.00 uur is het klaar en wil ik weggaan. Ik ga naar beneden wil mijn fiets pakken en zie dat de lucht wel heel erg grijs is. Dat belooft niet veel goeds. Mijn gastvrouw die ondertussen ook weer thuis is, ziet het ook en vraagt of ik regenkleding bij mij heb.
Ja, dat zit in de fietstas.
En zo ga ik op weg naar de pannenkoektent. Een kwartiertje fietsen richting Schaarsbergen.
Ik ben vlakbij het pannenkoekrestaurant wanneer de eerste druppels vallen.
Dikke druppels.
Nog even doorzetten. Zo de fiets even stallen bij het fietsenrek, hoes maar even over de fiets, wordt het zadel tenminste niet nat. Dan even een sprintje trekken van 25 meter .
En dan….?
Dan staat mij er toch een rij mensen te wachten in het kleine halletje van het restaurant, je zou er stil van worden.
Binnen is het stampend vol.
Buiten is het leeg op een tafeltje na, daar zitten 3 mensen aan. Twee vrouwen en een kind, een meisje van een jaar of 10 zitten onder een overkapping lekker van hun pannenkoek te eten.
En dan is er nog dat andere tafeltje, daar zit niemand. Het is niet koud, het regent alleen, de wind waait de andere kant op,dus niet richting overkapping. Dan ga ik ook maar buiten zitten.
Het meisje , een vrolijke kwebbel vertelt mij gelijk dat ze op de camping zitten en dat ze hebben gefietst, morgen gaan ze naar het openluchtmuseum.
Of ik met de auto ben. Nee, antwoord ik. Ik ben met de fiets. Staat u ook op de camping? Nee ik slaap bij andere mensen. Morgen ga ik weer ergens anders heen. Bent U dan op toertocht? Ja, ik ben op toertocht door Nederland. Ik ga van alle twaalf de provincies de hoofdstad bezoeken of er in ieder geval doorheen fietsen. Waar woont U dan en van waar ben U dan vertrokken vraagt het meisje.
De ene vrouw , ik neem aan de moeder zegt dat ze niet zoveel moet vragen. Waarom moet ik niet zoveel vragen. Wanneer die mevrouw niet antwoorden wil dan doet ze dat toch gewoon niet. Ja, zeg ik Lotte (zo heet het meisje) heeft gelijk. Maar ik wil best antwoorden hoor, dus vraag maar. Ze wil bij haar tafeltje weglopen en bij mij gaan zitten, maar daar zijn de beide vrouwen en ik het toch niet helemaal mee eens, eerst je pannenkoek opeten. Zo kun je ook wel vragen stellen. Dan brandt ze los, waar ga je naar toe, heb je wel een eigen huis, hoe oud ben je, mag ik met je mee? Ik woon nu een paar dagen bij mijn moeder en die daar is mijn oma “ze wijst naar de vrouw die naast haar moeder zit” , ik heb ook nog een zus maar die is ook ergens anders en die is ook niet van mijn vader maar wel van mijn moeder. Ik kan alleen maar knikken. Ik lijk ook niet op mijn moeder maar ik ben wel zo emotioneel als mijn moeder, dus ben ik wel van mijn moeder. Zo raast ze maar door. Totdat ze ineens van tafel opstaat en onder het afdak weggaat en zegt , “het is droog”, gaan we nu zo weg?
Nee zeggen de beide vrouwen bijna tegelijk. Jij moet je pannenkoek nog opeten en daarna moeten we nog afrekenen. Ja, dat is waar, maar ik heb zin meer in de pannenkoek ik heb genoeg gehad. Nou, dan nog even je drinken opdrinken, dan eet ik je pannenkoek wel op, zegt de moeder.
Wat heeft U voor een pannenkoek vraagt Lotte aan mij. Ik heb een pannenkoek met boerenjongens. Oh, zegt Lotte. Boerenjongens ? Ik zie niets dat op jongens lijkt. Nee, zegt de oma dat zijn rozijnen met rum en dat noemen ze zo. Goed, die vraag is ook weer beantwoord.
De pannenkoeken zijn op , de serveerster komt langs om te vragen of er nog nagerechten moeten komen of dat de dames genoeg hebben gehad. De drie dames willen graag afrekenen, ik wil nog wel een toetje. Geeft u mij maar een Dame Blanche.
De dames gaan weg , Lotte wenst mij een prettige voortzetting van de vakantie. Ik zeg jij ook veel plezier nog morgen in het Openluchtmuseum.
Ik eet mijn Dame Blanche op , betaal en ga naar mijn logeeradres om het verhaal van vandaag op te schrijven.
Morgen gaat de reis naar Lelystad.