7 - 2014
Dag 9
Harsewinkel – Munster
Afstand: 69,57 km
Ik blijf ze dus tegenkomen, ik bedoel de mannen van Hövelhof. Ik wist dat de drie mannen naar Harsewinkel gingen maar dat ik ze gisteravond weer tegen zou komen in hetzelfde hotel dat kon ik niet weten. Maar inderdaad ’s avonds bij een gezellig glaasje waren ze er weer de drie mannen uit Hövelhof.
Tja, de wereld is klein.
En Harsewinkel is dus ook niet echt groot.
Maar dat was gisteravond, het is nu zaterdag 19 juli, een nieuwe dag, een nieuwe rit. Het wordt nog warmer dat gisteren en dat was al heet.
Het schijnt dat het vandaag iets van 38º C, das echt heet.
Ik heb om acht uur afgesproken voor het ontbijt, kan ik mooi op tijd weg en heb ik op het heetst van de dag het grootste deel afgelegd.
Aan de ontbijttafel ontmoet ik één van de drie mannen. Ik vraag waar de andere twee zijn. Ach zegt de man , dat weet ik niet, meestal ben ik de laatste, nu ben ik de eerste, we slapen alle drie op een andere kamer. Een van de twee mannen is mijn broer en de andere is een hele goede vriend van ons allebei. Even later komen de andere twee mannen. Hoe oud ze zijn? Ik schat ergens tussen de vijfenzestig en zeventig.
Maakt ook niet uit, is niet interessant. We praten wat en komen tot de conclusie dat we elkaar vast nog één keer tegenkomen.
En inderdaad in Telgte komen we elkaar waarschijnlijk voor de laatste keer tegen. Zij aan een glaasje fris en ik op zoek naar iets waar ik een eiskaffee kan kopen waar ik op dat moment een reuze zin in had.
Maar voor het zover is heb ik het één en ander beleefd.
Ik had aan het begin van deze vakantie zoiets van “dit wordt een saaie vakantie” maar alles loopt een beetje anders.
Eerst vanmorgen in Warendorf kom ik middenin een trouwerij terecht. Dat wil zeggen, ik dreig er in terecht te komen. En wel op de volgende manier.
Ik rijd op mijn fietsje lekker rustig Warendorf in, Bennie voorop de stuurtas vastgebonden dmv een klittenband. In het centrum zoals gewoonlijk het Rahthaus en even verderop de kerk. Het is zaterdag en er is markt op het marktplein maar op het marktplein is ook een heel groot terras van de omliggende kroegen en restaurantjes. Ik ga gewoon aan een tafeltje zitten, een ober komt bij mij en vraagt wat ik drinken wil. Ik neem een cola. Tegenover mij zitten een man en een vrouw zenuwachtig om zich heen te kijken en die duidelijk niet weten wat ze moeten. Het blijkt dat ze zijn uitgenodigd voor een trouwerij maar ze weten eigenlijk ook niet voor welk onderdeel. Maar algauw blijkt dat ze zijn uitgenodigd voor de trouwerij voor het burgerlijke stand en die is in het Rathaus. Duidelijk is wel dat ze niet uit de omgeving van Warendorf komen en bovendien weinig weten van huwelijksvoltrekkingen.
Geeft niet, maar val een ander daar dan ook niet mee lastig. Dus op de vraag die mij gesteld werd of ik ook wist of Warendordorf de enige stad in Duitsland is heb ik dus wijselijk maar geen antwoord gegeven. Ondertussen komen er wat kennisen of vage familieleden aan. Gelukkig het probleem Warendorf is opgelost. Nu is het wachten op de bruid en bruidegom. Ook dat gaat dus iets anders dan ik gewoon ben. Op een gegeven moment komt er een mooi versierde auto aan. Met daarin, jawel de bruid! Er worden foto’s gemaakt maar de bruidegom zie ik nog steeds nergens, zal die er nu al flauw van zijn?
Ik wacht maar niet langer, ik ga nog even het stadje bekijken. Later hoor ik de klokken van de kerk, het was toch voor de burgerlijke stand, ze waren toch al voor de kerk getrouwd? Ik begrijp er steeds minder van.
Bovendien wie wil er tegenwoordig nog trouwen? Wat een gedoe!
Ik ga verder richting Telgte.
Had is al vertelt dat het erg warm is vandaag? Nou bij deze dan, het zweet loopt in straaltjes langs mijn lichaam en hoe meer ik drink hoe meer in zweet.
Vlak voor Telgte, in het park rijd ik over een takje, een hoop kabaal en de voorvork van de fiets vliegt eraf. Nog meer lawaai en niet alleen van mijn fiets. Ik stop en bekijk de schade even. Een paar meter terug ligt een voorvork in barrels. Eerst denk ik nog dat ik het er zo weer in kan schuiven maar dat is een vergissing. De ene kant wel, dus die schuif ik er weer in, de andere kant is gecompliceerder. Eens even kijken hoe we dat oplossen. Een takje biedt de oplossing als spalkje, wat pleisterwerk geeft de houvast. Op een afstandje staat een mannetje te kijken. Wanneer ik mijn kunstwerk bekijk komt die naar mij toe en vraagt of die helpen kan. Hij bekijkt mijn kunstwerk en zegt dat het eigenlijk nog een beetje anders moet want zoals het nu zit blijft dat vast niet lang zitten. Hij neemt het rolletje pleisters van mij over en gaat even een iets steviger verbinding aanleggen. Zo, zegt die zo moet het een poosje goed blijven. Waar of ik naartoe moet. Vandaag naar Munster zeg ik. Ach, wanneer U niet door al te diepe gaten gaat rijden moet dat kunnen. En daarna vraag ik. Tja, in Munster is vast wel een rijwielzaak die van dit soort dingen heeft en hij wijst naar de andere zijde van de fiets en met name naar de voorvork. Oké, zeg ik, ik zal wel even zien in Munster wat of ik er mee doe. Ik bedank de man en hij op zijn beurt wenst mij nog een fijne vakantie zonder al teveel pech. En verder gaat het weer. Op naar Telgte.
In Telgte aangekomen zitten op een terrasje in het centrum van het dorp de drie mannen. Zij zien mij en ik zie hun, ik groet ze en ga verder op zoek naar een ander terrasje. Ik bestel een eiskafee en bekijk mijn fiets nog even en maak er een foto van. Na het verorberen van de eiskafee gaat het verder naar Munster.
Daar begint het volgende avontuur.
Ik bereik tegen half vier Münster, tot zover alles goed.
Maar Münster is niet een één of ander dorpje, het is een stad. En in steden heeft de navigatie het moeilijk (tenminste die van mij) het leidt mij langs de mooiste plekken maar daar blijft het dan ook bij. Het ligt trouwens ook een beetje aan mij, het is best heel druk en de wegen zijn breed en wanneer ik blijf fietsen moet ik of over de stoep fietsen of zoveel lef hebben om in het drukke verkeer netjes mee te rijden over de grote weg, dwars door de stad heen. Lijkt mij niet echt ideaal. Maar na tweemaal door het centrum zijn geleid heb ik er genoeg van. Het is inmiddels een stuk rustiger geworden en besluit nu in alle rust maar eens even gewoon op de fiets over de weg dwars door de stad te gaan, mij netjes te gaan gedragen, overdreven goed mijn hand uit te steken en dan ook nog goed op de navigatie te letten.
Het is gelukt want anders zou ik dit nu hebben geschreven. Bovendien is er niet één auto geweest die heeft getoeterd omdat er iets niet naar hun zin ging.
Het is kwart over vier wanneer op het adres arriveer waar ik twee nachten zal slapen.
Uit het huis stappen twee mensen,een man en vrouw, ze kijken mij aan en vragen of ik hier moet zijn. Ja, zeg ik, hoe dat zo? Nou zeggen ze, de meneer en mevrouw zijn net weggegaan met de kinderen.
Oh?
Nou dan wacht ik even, ze zullen zo wel terugkomen denk ik. Ja, ze zullen zo wel terugkomen zeggen ook de man en vrouw. Ze zijn even boodschappen aan het doen.
Om kwart over zeven ik moet ontzettend nodig, ik heb honger en dorst, ik heb honderd keer de straat op en neer gelopen, ik heb gebeld en ik ben ontzettend boos. Dan bedenk ik dat ik een briefje ga schrijven met de boodschap dat ik een ander adres ga zoeken om de twee nachten door te brengen. Het briefje is net klaar komt daar een mevrouw aan en vraagt wat of ik van plan ben. Ze blijkt de moeder te zijn van de man of de vrouw. Ik vertel haar dat ik vanaf kwart over vier zit te wachten en dat ik eigenlijk een heel klein beetje boos ben. (eigenlijk ben ik verschrikkelijk boos) De vrouw begrijpt dat ik boos ben en zegt dat ze de deur voor mij opent en alles even zal laten zien en uitleggen en dat ze even een briefje schrijft dat dit geen werk is en dat zij eigenlijk ook een beetje boos is. Hé, dat verzacht het al een heel stuk. Ik haal de bagage weer van de fiets, die even daarvoor net weer op de fiets had gedaan en ze helpt mij met mijn bagage naar mijn kamer te brengen. Ze legt mij alles uit van de tv tot de douche op de gang en vertrekt met de woorden ik schrijf een briefje. Een paar minuten later geklop op de deur, de vrouw met en een man. Vrouw vraagt aan mij welke kamer heeft U?
Eh, even kijken, apricot zeg ik. Hoe dat zo? Nou deze meneer heeft een kamer geboekt voor hem en zijn vrouw, maar die hebben nu een driespersoonskamer.
Ach, zegt de vrouw tegen de man neemt U deze kamer maar en ik zal op het briefje zetten dat U ook gearriveerd bent. Hoofdschuddend gaat ze weg ons in opperste verbazing achterlatend. Nou, zeg ik tegen de man, waar is uw vrouw? Mijn vrouw is een paar straten verderop bij een tentoonstelling, ze is kunstenaar. En ze verkoopt hier haar kunst en we slapen hier vannacht. Ik kwam alleen even de sleutel van de kamer halen zegt de man nog. Nou, de sleutel heeft U in ieder geval. Hij zet een tas op de kamer en vertrekt.
Ik ga verder met dat waar ik mee bezig was, namelijk met het uitpakken van tassen, om daarna nog even te kijken of er ergens iets te eten en te drinken is. Vooral drinken. Ik ga lopen, zoeken naar een restaurant, die ik niet vind want het huis waar ik slaap staat in een normale wijk waar geen restaurants zijn. Dat is pech hebben, wel is er op een paar honderd meter een Lidll en daar koop ik wat te drinken en te eten.
Dan ga ik terug naar het huis, de mensen zijn nog steeds niet thuis.
Morgen zien we wel verder. Later op de avond hoor ik kinderen. Ze zijn thuis.
Ik schrijf in het dagboek en drink en eet wat.
Morgen ga ik Münster verkennen en uitvogelen hoe ik bij het Dortmund- Emskanaal kom.
8