16 - 2013 

Dag 20
Dagje Wenen.
Prater en Stephansdom

Het ontbijt is tussen 6.15 uur en 8.30 uur.
Geweldig.
Nou, zo geweldig is dat niet.
Want die paar mensen die hier slapen gaan dus aan het werk en douchen zich op de gang en gaan ook op de gang naar het toilet.
Lang leve de lol.
Om goed 5.00 uur begint het gelazer dus al.
En het lijkt of mannen langer werk hebben met het zich douchen en aankleden dan vrouwen.
Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik een tweepersoonskamer heb met wc en bad en tv.
Het bad heb ik gisteravond al even gebruikt om een klein wasje in te doen. Het water blijft niet in het bad staan want de stop sluit niet goed af.
Tegen 8.00 uur ga ik maar eens naar beneden om te ontbijten en om te betalen want ik wordt geacht ditmaal even vooruit te betalen.
Is prima, maakt mij niet uit.
Aan het ontbijt nog iemand, de vrouw die ik al eerder noemde. De heren hadden natuurlijk al ontbeten want die gaan werken en komen vanavond weer terug veronderstel ik.
De vrouw gaat waarschijnlijk naar een seminar. Ik weet het niet, maar ik veronderstel het.
Ik ga straks naar het Prater, hoelang dat weet ik nog niet.
Ik ga met de U-bahn (vanaf nu metro), spannend.
Met de fiets leek mij niet zo’n goed idee. Ten eerste ik weet niet waar ik zijn moet en ten tweede zou ik niet direct weten waar of ik de fiets neer moet zetten. Bovendien voor de metro koop je een dagkaart en kun je net zoveel met de heen en weer reizen als je wil.
En dat zal zeker gebeuren.
Het is even wennen zo’n metro maar aan het eind van de dag kan ik er aardig mee overweg en heb ik het systeem door, incluis de kleine verbindingslijnen. Bovendien kom ik erachter dat je denkt dat je hele grote afstanden aflegt maar ik kwam er op een geven moment achter dat, dat helemaal niet zo is.
Om even voor tienen ben ik dan ook al in het Prater. Het is werkelijk prachtig.
Je mag er voor niks in maar dan komt het alle attracties kosten geld, soms meer dan mij lief is.
Maar in het reuzenrad wil ik wel, dat is ja zo mooi.
Geweldig, helemaal over de stad uitkijken.
Verder ga ik in het Prater nergens in.
Ik maak er wel veel foto’s. Na een uurtje of vier heb ik het wel zo’n beetje gezien en verlaat ik het Prater.
Op naar de Belvedère dat wil ik weleens zien, geen flauw idee wat of het is en wat ik mij daarbij voorstellen moet.
Nou, ik heb de buitenkant bekeken. Om erin te gaan moest je de lieve som van
14.50 euro betalen om wat kunst te zien, ach als het nu geregend had, misschien dat ik dan naar binnen was gegaan. Nu blijf ik nog even buiten rondlopen om te bedenken wat ik nog meer wil zien.
Laat ik eens naar de Stephansplatz gaan.
De Dom bekijken want zo’n kerk is altijd wel lekker koel. In de metrostation het perron opgezocht en daar gaat die weer, op naar de Stephansplatz.
Het is me daar een drukte van belang. Eerst maar eens de Dom in, nou dat valt een beetje tegen. Ik heb ze wel mooier gezien. Dan maar eens even kijken wat of er nog meer te doen is.
Ach, koetsen met paarden, dat lijkt me wel wat om daar een ritje in te maken. Maar lieve deugd, dat kost ja een vermogen, dat wordt pas een beetje betaalbaar wanneer je met een groepje van zes  personen bent.
Maar ik ben alleen en de mensen die er nog meer bij staan te kijken zijn voor het grootste deel allemaal met een reisgezelschap, dus die gaan sowieso wel mee.
Dan eerst maar eens even kijken of je hier ook kaartjes kunt kopen voor het thuisfront want nog niet iedereen is in het bezit van internet of heeft een account bij Facebook.
Dus snel even wat kaartjes kopen en een tafeltje opzoeken en de kaartjes schrijven en posten. Op de terugweg zie ik een alternatief voor de koetsen, de sightseeing-bus, zit bovendien een heel ander prijskaartje aan.
10 euro voor één uur.
Veel gezien en geprobeerd veel foto’s te maken. Dat laatste is wel gebeurd maar of die gelukt zijn is een volgende vraag. Want zo’n bus gaat wel hard soms en het was geen cabrio bus.
Wel één zonder ramen, maar het dak zat er nog op.
Onderweg nog wat te drinken meegenomen, eten had ik genoeg gehad vandaag maar een zakje chips gaat er vast nog wel in.
Nog even wat in het dagboek schrijven.
Maar tijdens het typen heb ik in de gaten dat ik wel erg moe ben. De letters dansen voor mijn ogen.
Ik ga slapen.
Morgen ga is naar Schloss  Schönbrunn .

 

17