33 - 2015
Dag 34
Cappel-Neufeld-Bockhorst
Cappel-Neufeld, Bremerhaven,(met de veer over de Weser) naar Blexen, 
Afstand: 103,13 km

Dat is nog eens heerlijk slapen.
Met de wetenschap dat de fiets veilig staat met een spiksplinternieuwe binnenband ben ik gisteravond in slaap gevallen en vanmorgen om half 7 werd ik wakker van een hond die achter het hotel de wacht houd.
Nog even blijf ik liggen maar om 7 uur ga ik toch maar uit bed en doe wat ik anders ook doe
’s morgens.
Om acht uur op naar het ontbijt, dat is in een ander gebouw naast het hotel.
Bij een tafel dat gedekt is voor 1 persoon neem ik plaats. Een potje koffie word gebracht en de rest mag ik halen bij het buffet.
Broodje, sapje, kaas, jam en boter en een gekookt ei.  
Dat is eerst wel weer genoeg.
Na het ontbijt de tassen ophalen, op de fiets doen en afrekenen.
Daar gaat die dan.
Het is prachtig weer. En voor het eerst sinds dagen fiets ik heerlijk ontspannen onder aan de dijk en geniet ik weer van alles om mij heen.
Af en toe stop ik even om te kijken hoever de zee bij mij vandaan is.
Dan kom ik in de buurt van de Bremerhaven. En het is dat ik daar door moet om bij de veer over de Weser te komen om vanavond in Varel (Bockhorn) te zijn, mijn laatste logeeradres.
De weg door de Bremerhaven naar de veerpont is in het begin goed aangegeven maar hoe dichter ik in de buurt van de veer kom des te slechter is het gesteld met de bewegwijzering.
Treinen vol met auto’s in allerlei kleuren en merken staan klaar om over de rest van Europa verspreid te worden. Lange files vrachtwagens om hun vracht ergens te lossen. Grote schepen waar je vlak bij langs fietst.
Best wel gevaarlijk allemaal, dus goed opletten.
Wanneer het even niet druk is krijg ik de kans om een paar foto’s te maken.
Verder gaat het weer.
Tegen 11.30 uur ben ik bij de veerpont.
Nog eenmaal ga ik met de pont over een rivier.
Het tochtje over de rivier duurt bijna een half uur.
Eenmaal aan de overkant in Blexen, gaat de reis naar Varel (Bockhorn).
Het adres in Bockhorn is een ander verhaal en toch wel een beetje moeilijk te vinden het ligt aan de rand van een bos en alleen wanneer je op de navigatie het complete adres invult vindt die uiteindelijk het adres.
Het is zo te zien een hele oude boerderij, je kunt er ook een speciaal arrangement waarbij je in het hooi kunt slapen. (moest je wel bij het reserveren opgeven)
Ik bel aan, bel nogeens aan en nog een keer. Maar nee, geen reactie.
Nieuwsgierig als ik ben, besluit ik om eens op onderzoek uit te gaan.
Ik zet mijn fiets op slot en ga eens om het gebouw heenlopen. Een breed pad naast de boerderij leidt naar de tuin, ik roep maar eens VOLLUK, maar er is geen reactie. Er staat een deur open, dus moet er iemand thuis zijn neem ik aan. Maar na nog een paar maal roepen geef ik het op en ga weer naar de straatkant van de boerderij.
Even overleggen met mijzelf wat of ik doen zal.
Ik besluit dat ik eerst maar eens naar het dorp ga en kijken of er wat te eten valt vanavond.
Het is nu half vijf.
Naar het dorp is zo’n vijf minuten fietsen.
In het dorp zelf is zoals in zoveel dorpen geen donder te doen en er zijn eigenlijk geen eetgelegenheden, behalve een cafetaria is er nog een pizzeria.
Ik Heb het al wel gezien, wanneer ik straks eten wil zal ik met de fiets naar het dorp moeten want het is eigenlijk net even te ver om dit vanavond nog te lopen.
Ik begin namelijk een beetje moe te worden na vijf weken.
Ik ga terug naar het pension want dat is de verbouwde boerderij.
Bij de boerderij aangekomen zie ik dat de voordeur openstaat. Dus er is nu wel iemand thuis. Ik bel aan en even later verschijnt er een mevrouw die mij allerhartelijkst welkom heet.
Ik vertel haar dat ik voor een half uurtje terug ook bij de deur was en ze zegt dat ze nog even een boodschap moest doen in het dorp.
Ze excuseert zich voor de vreemde lucht die in het huis hangt. Ze was eigenlijk net op tijd weer thuis want ze was vergeten de eieren van het vuur te halen en de pan inclusief de eieren waren verbrand.
Het stonk werkelijk verschrikkelijk.
Ze laat mij de kamer zien en de badkamer die ik vannacht moet delen met nog iemand anders.
Het is een mooie ruime kamer.
Na de rondleiding in het huis wijst ze mij waar ik de fiets kan neerzetten.
Een hele grote schuur naast het huis is de slaapplaats voor de fiets vannacht.
Die zet ik daar straks wel in zeg ik, ik wil namelijk eerst nog even op de fiets naar het dorp om te eten.
Nadat ik mijzelf wat opgefrist heb ga ik terug naar het dorp, naar de pizzeria.
Welkomstpilsje en een heerlijke lasagne met nog een pilsje.
Daarna weer terug naar het pension/hotel om de boekhouding te doen en in hoofdlijnen op te schrijven wat er vandaag allemaal is gebeurd.
Morgen gaat het richting Groningen.

 

 

34