vorige

dinsdag, 21 juli
Nordhausen – Greussen
Afstand: 54,4 km

Toen de ramen eenmaal dicht waren op de kamer was het stil want het lawaai op de drukke straat bleek uiteindelijk toch iets te veel van het goede.
Na een heerlijk nachtje slapen dus, uitgerust wakker, gedoucht, tassen ingepakt, naar beneden naar de ontbijtzaal waar mijn gekozen ontbijtje klaarstaat. Ik mag zelf het drinken inschenken. Koffie dus.
Na het ontbijt de tassen van mijn kamer halen, betalen, fiets vanonder de trap in de gang halen, buiten neerzetten en de tassen op de fiets doen. Naar binnen om te betalen. En dan op weg naar Greussen.
Het begin gaat prima, geen centje pijn, alles loopt letterlijk op rolletjes, de weg de route, het gaat veel te mooi. Daar moet toch een keer een einde aan komen.
Juist, en dat einde komt vaak sneller dan je hoopt.
Eerst is daar het verhaaltje fiets weer. Eigenlijk wil ik daar helemaal geen woorden meer aan vuil maken maar het moet mij even van het hart.
Plotseling gaat die weer lawaai maken zo gauw ik ophoud met trappenis het net of er van alles los zit van binnen in de kettingkast. Een hoop gerammel meer niet. Zo gauw ik weer de pedalen beweeg is het lawaai afgelopen. Hoe in vredesnaam vertel je een fietsenmaker in het Duits wat je fiets doet wanneer jij niets doet.
Dan kom ik in Sonderhausen (dat was gepland) Maar wat er daarna kwam was niet gepland want ik heb een tijdje op de Bundesstrasse gereden en dat bevalt dus niet. Maar dat kwam omdat ik ergens tussen Nordhausen en Sonderhausen een richtingsbordje gemist heb en dan kom je al snel op een weg waar je liever niet wilt zijn.
In Sonderhausen krijg ik een nieuwe kans om de juiste weg te vinden. In de eerste instantie mislukt dat trouwens komt doordat er een mannetje aankomt die mij daar met een grote kaart ziet en denkt die ga ik maar eens helpen. Leuk geprobeerd maar het mislukt volkomen doordat het maar niet tot het mannetje wil doordringen dat ik geen zin heb om nog langer op de Bundesstrasse wil rijden, bovendien blijft het mannetje maar doorzeuren over iets wat ik vroeger wel vaker hoorde, dat het nog een eind fietsen is (eigenlijk ben ik er dichtbij, iet van 20 km ), dan het gezeik wanneer je daar en daar langs gaat moet je ergens iets van een steile berg op en dat is moeilijk fietsen. En ik maar denken wanneer gaat dat mannetje nu eindelijk oprotten.
Nou, dat gebeurd dus sneller dan je verwacht want plotseling komt er een politieauto aanrijden en omdat het mannetje zijn auto niet zo netjes heeft neergezet zegt die dus tegen mij dat die verder moet.
Fijn, daar ben ik vanaf.
Van al die woorden die het mannetje tegen mij heeft gezegd zijn er een paar blijven hangen namelijk Oberleben en Unterleben, 2 plaatsen die ik al vaker ben tegengekomen. Maar eens kijken of die wegen wat rustiger zijn, inderdaad ze zijn rustiger en de berg die ik tegenkom is wel hoog maar hij is gewoon heel steil, een heel kort stukje iets van misschien 50 meter. Dat wordt al gauw 18% omhoog en ook 18% weer naar beneden. Op het hoogste punt een vlakte van misschien 20 meter. Dat is alles. Na die tijd nog een paar maal een bergje maar dat stelt niets voor bij die ene van 18%.
Na Oberleben en Unterleben komen er nog een paar van dat soort gehuchten..
Ben ik dan eindelijk in Greussen, voor mijn doen erg vroeg (iets van 14.00 uur ), dus maar even door het dorp gefietst om vervolgens terug te gaan naar het pension waar ik even te voren langs ben gereden.
Maar eens even kijken of ik al welkom ben.
Na mijn fiets ergens neergezet te hebben blijkt dat ik mij moet melden in het kantoor van de automobiel bedrijf een paar meter verderop.
Daar aangekomen, mondkapje voor de mond en neus loop ik door de grote zaal met allemaal auto’s naar het kantoor, waar vervolgens een mevrouw vraagt of ik mevrouw Reinders ben. Ik zeg ja en zeg er gelijk maar achteraan ik heb hier een kamer geboekt voor 1 nacht. Ja, zegt ze dat klopt , ik was al bezig om U te bellen en te vragen of U ook kwam.
Pardon, denk ik, (het is ook nooit goed,) Het is nog geen 15.00 uur, en nu al bellen of ik wel kom?!.
Als ik niet zou komen zou ze toch haar geld wel beuren dus wat wil ze nou. Van af dat moment gaat er nog veel meer mis, zodat ik aan het einde van het verhaal een verkeerd Wifi-wachtwoord heb en dus niet kan inloggen. Ga ik nog een keer terug en zegt dat mens ijskoud het nummer staat op uw betalingsbewijs. Nou mooi niet. Maar een dagje geen internet is geen ramp hoor. Ik vertik het nu eenvoudig om ook nog maar één keer naar die griezel te gaan om haar ook maar iets te vragen. Ik zie wel.
Na dit alles, ga ik maar eens een boodschapje doen bij de plaatselijke super.
Flesje water, flesje buttermilch met een smaakje en een blikje gerstenat voor vanavond.
Daarna terug naar het pension om nogmaals te proberen het paswoord in te voeren maar het gaat niet door.
Dan maar eens ergens gaan eten. Het wordt een restaurantje waar ze niet zo gek veel te koop hebben maar het is wel lekker.
Dan weer terug naar het pension om in het dagboek te schrijven en de rest van de administratie te doen.
Morgen gaat het verder naar Erfurt.

 

 

14