13 - 2013
Dag 17
Mauthausen – Melk
Afstand: 86,56 km

De eigenaresse gaat een paar dagen weg naar Hongarije.
Even kuren in een plaatsje waarvan ik de naam niet meer weet.
Het ontbijt is gezellig, er zijn nog meer Nederlanders bijgekomen. Ik had ze gisteravond al gezien en zij mij ook.
We kletsen wat, zij gaan naar Hongarije, Balatonmeer.
Wat gaat U doen vraagt een van de kinderen van het echtpaar.
Ik ga naar Boedapest op de fiets.
Oh, helemaal op de fiets? Ja, helemaal op de fiets naar Boedapest langs de Donau.
Helemaal alleen? Ja, helemaal alleen.
Nou, niet helemaal alleen. Ik heb een klein beertje bij mij, die zit voorop de fiets aan de stuurtas vast. Ja, maar dan ben je toch nog alleen?
Nou, niet echt zeg ik, want we praten af en toe met elkaar.
Oh, net als op school bij het voorlezen?
Ja, zeg ik net als bij het voorlezen. Hoe het beertje heet?  Beertje heet Bennie. En vraag niet waarom, denk ik nog. Gelukkig, alleen het antwoord is al voldoende.
Want moeder lief vind dat de kinderen niet zoveel moeten vragen. Waarom niet? Van vragen word je toch wijzer!
Maar goed, de kids mogen geen vragen meer stellen, maar dat wil nog niet zeggen dat mamma en pappa geen vragen mogen stellen.
Ik kan iedereen verzekeren dat, dat erger is dan wanneer kinderen vragen stellen. Waar ik vandaan kom, is het niet erg om alleen te fietsen, ben je weleens bang, heb je dit en doe je dat, enz. enz.
Gelukkig hebben zij het ontbijt op en gaan ze weg. Dat wil zeggen, als het lukt want de achterklep van de auto schijnt open gestaan te hebben vannacht, dus misschien accu leeg? Hé gelukkig niet. Dus er kan worden ingeladen, betalen en wegwezen.
Ik ontbijt nog even door.
Maar dan is ook mijn ontbijt gedaan. Ik wil betalen. Vraag of ze de deur van de garage open willen,zodat ik mijn fiets kan pakken.
En dan gebeurd het..,
Sleutel weg… gek , maar ik had al zo´n voorgevoel. Het bedrag dat ik moest betalen had ik al in mijn hand en ik wist dat er iets zou zijn met iets, alleen toen nog niet, maar het was dus de sleutel van de garage.
Vannacht werd ik ergens wakker van, niet omdat ik naar het toilet moest, maar ergens anders van, ik wist  alleen niet waarvan. Maar het moet hiermee te maken hebben gehad, anders zou ik het niet weten, ik zeg nog zoek maar even rustig, ga ik mijn tassen pakken, ben zo weer terug en dan zijn de sleutels er ook vast wel weer.
Maar toen ik vijf minuten later weer beneden kwam, waren er nog steeds geen sleutels.
Shit, dat heb ik weer.
Wil ik graag op tijd weg, en dan zijn de sleutels weg. Hoe we ook zochten de sleutels waren nergens te vinden. En, er is dus maar 1 sleutel. Ze zijn ook nog nooit een tweede nodig geweest, want de sleutel is nog nooit kwijt geweest.

Tja, eens moet de eerste keer zijn. Maar uitgerekend op zondagmorgen? Ik zeg nog zoiets van, ach misschien heeft je moeder hem wel per ongeluk meegenomen want die is net weggegaan voor een paar dagen kuren met een ander kind in Hongarije want daar is het zo lekker goedkoop.
Nee, moeder heeft hier niets mee te maken roepen ze allebei in koor. Maar wie dan wel.  
Een bevriende slotenmaker wordt gebeld en ja natuurlijk komt die, maar wanneer dat is de vraag,, hij was tenslotte ook op dat feestje gisteravond. Na een half uurtje is de vriend er en binnen twee minuten is de deur open, kan ik mijn fiets pakken en op pad gaan. Het is tien uur en al flink warm en ik moet ver heel ver.
Gelukkig zijn er geen noemenswaardige bergen en verloopt de reis dus zeer voorspoedig.
Maar ergens zo’n 30 kilometer voor Melk gebeurd er weer iets.
Man, vrouw (echtpaar?) het maakt ook niet uit. Maar ik schijn dit soort dingen aan te trekken deze vakantie. Ik rijd de verkeerde weg in en een vrouw achter mij doet hetzelfde. IK kom tot de ontdekking, daar moet ik niet langs en de vrouw blijft staan. Ik zeg nog we moeten daar niet langs, maar daar en ik wijs naar het pad rechts van ons. Ze kijkt me heel raar aan en de man die erbij komt staan kijkt al evenzo wazig. Dus ik stap op de fiets en ga dat pad op. Zij stappen op de fiets gaan ook dat pad op maar bij de volgende gelegenheid slaan ze links af terwijl ze rechtdoor moeten. Weer vijf minuten later rijdt de vrouw mij voorbij en weer 20 minuten later rijd ik de vrouw weer voorbij. Das vreemd waar is die man gebleven. Weer een 5 minuten later kom ik de vrouw weer tegen, ze houd mij staande en vraagt of ik haar man ook heb gezien. Nee, dat heb ik niet. Dan is die vast al verder gegaan, hoezo verder? Over de snelweg? Levensmoe misschien? Wilt U wel naar hem uitkijken en wanneer U hem tegenkomt zeggen dat ik hier ben en dat hij op mij wacht dat ik er zo aankom.
IK zeg, ja dat zal ik doen, al vind ik het wel vreemd. Dit kan helemaal niet. Maar ik zeg dus dat ik naar hem uit zal kijken. Tien minuten later komt ze mij weer voorbij en vraagt of ik al iets gezien heb. Ik zeg nee en rijdt door. Dit is te gek voor woorden. Dit gaat zo nog een uurtje door, ik voel mij eigenlijk een beetje , hoe zal ik het zeggen geïntimideerd door die vrouw. Ik neem mij dan ook heilig voor dat wanneer ik haar nog eenmaal tegenkom dat ik dat ook tegen haar zeg. Maar bij de laatste gelegenheid, dat is bij de grote brug, waar je moet kiezen of je naar Melk gaat of naar Emmersdorf, zeg ik iets heel anders. Misschien omdat ik mij op dat moment heel veilig voel.

Er zijn namelijk vrij veel mensen in een keer. Dus ik stop en vraag of haar man misschien een handy heeft. Nein, zegt ze, das dan jammer. Want dan had ze hem even kunnen bellen. Ik heb namelijk nog een prepaid mobieltje met een paar euro erop. Achteraf had ze er niets aan gehad. Maar haar man en zij hebben geen mobieltjes. Nou veel succes dan, hoop dat je hem vandaag nog weer ziet. Of ik aan de andere kant van de brug wel even wil kijken of die daar misschien is ?
Ik zeg van ja, maar dan denk, ik ben toch niet helemaal van de pot gerukt?  Dus ik denk ook nergens meer aan.
Het is nog een klein eindje naar Melk.
Bij het binnenkomen van de stad schrik ik toch wel even. De overstroming heeft hier flink huis gehouden. Overal opgebroken wegen en wegomleggingen.
Ongelofelijk, je moet dit echt met eigen ogen hebben gezien en dan nog je gelooft echt niet dat hier aan het begin van de stad meer dan een halve meter water heeft gestaan. Later zou de mevrouw van het hotel mij laten zien tot waar het water in het pension heeft gestaan.
Door al die omleidingen is het even zoeken waar het pension is. Maar de navigatie doet in tegenstelling van vorige jaren flink zijn best en brengt mij zo naar het pension.
Daar ontmoet ik de mevrouw die het pension leidt, een aardige praatgrage dame die mij mijn kamer laat zien, waar ik mijn fiets kan parkeren en mij bovendien nog even vertelt daar het ontbijt morgen van 7.00 uur tot 8.30 uur is.
Ik ga mij installeren op mijn kamer, de gewoonlijke sms’jes versturen  en even bedenken wat of ik zal gaan eten.
Melk dus even bekeken en raad eens wie ik tegenkwam op weg naar mijn eetgelegenheid.
Juist meneer en mevrouw die elkaar de hele dag kwijt waren en elkaar met geen mogelijkheid konden vinden. Ze hadden elkaar weer gevonden. He, gelukkig maar, zeg ik waarschijnlijk toch een beetje sarcastisch. Volgende vraag van mij aan hen is, waar gaat de reis nu nog naar toe? Want het is ondertussen een uur of zeven. Ach, nog een paar kilometer verder en daar zoeken wij ons een hotel.
Maar morgen zal blijken dat een paar kilometer verder op geen hotel is.
Dus weer wat geleerd.
En dit is dus de laatste keer, ik trap er niet meer in, in dit zielige gedoe van buitenlanders met een Oost Europees uiterlijk.
Maar ik ga wel naar Oost Europa toe.
Ai.
Morgen gaat het naar Sitzenberg.

 

14