18 - 2013

Dag 21
Wenen – Bratislava
Afstand: 100 km

Het had een waarschuwing moeten zijn die morgen.
Het was me nog niet opgevallen dat ik op kamer 13 logeerde en eigenlijk had ik mij daar ook niets van aan moeten trekken.
Ik ben niet bijgelovig.
Maar nu op zaterdagmiddag 24 uur na die vreselijke vrijdag denk ik er een heel klein beetje anders over.
Het  zal wel weer slijten, over een paar dagen denk ik er niet meer aan.
Maar nu wel. Want ik moet alles nog opschrijven.
Het begon wel goed, het fietsen richting het Prater, van waaraf de Donau-Radweg weer beschreven  is richting Bratislava.
Ik had bij het ontbijt nog gevraagd of ik ook met de fiets in de trein of de metro kon. Volgens de man van het hotel kon dat wel. Maar de treinen hebben allemaal en vrij hoge instap en dat is met uw zware fiets niet zo handig.
Dat was is met hem eens.
De metro is erg druk en kun ook beter niet nemen.
Ja, dan blijft er niets anders over om toch maar met de fiets te gaan.
Dus, ik met de fiets. Nu gaat het in principe alsmaar rechtdoor. Tot het hoofdstation van Wenen.
Daar begon ook de eerste ellende. Ze zijn het hele hoofdstation en zijn omgeving aan het renoveren en verbouwen, zodat het straks ergens in 2017 een compleet nieuw station is met alles onder één dak. Bus,trein, tram en metro.
Dus allerlei omleidingen. Niet leuk. En geen aanwijsborden met Prater erop.
Na een kwartiertje wat heen en weer lopen, plattegrond bestuderen denk ik dat ik weet waar ik langs moet. Het lijkt er in het begin ook wel een beetje op. Maar vijf minuten later is de eerste chaos ontstaan. En terug kan niet. Dan maar weer een rustig stukje opzoeken en de kaart weer bestuderen. Eerst maar eens uitzoeken waar ik precies ben. Ben een beetje van koers geraakt door die bouwactiviteiten. Zit aan de verkeerde kant van de weg en ik zal op een of andere manier die snelweg over moeten.
Maar even zoeken naar een tunnel of verkeerslichten.
Daar gaat die weer op naar het Prater. En nu in één keer het liefst op de hoofd allee, daar mogen geen auto’s komen alleen van degenen die er werk hebben te doen. Inderdaad in één keer goed.
Nu proberen de  Donau-Radweg weer proberen op te pakken. Maar hoe ik ook zoek geen bordje te bekennen.
Uiteindelijk komt er iemand naar mij toe en vraagt wat of ik zoek?
Het begin van de Donau-Radweg hier in Wenen zeg ik.
Oh, dat is aan het eind van deze laan bij het Lusthaus. Ja, inderdaad maar die gaat dwars door het bos en volgens het boekje ga ik niet door een bos. Nou toch maar proberen dan. Kwartiertje later het bos uit, wel in het havengebied, klopt tot zover wel aardig, maar ik heb nog steeds geen bordje gezien. En dat wat ik net gereden heb is ook niet bepaald voor gewone fietsen bedoeld. Maar laat ik het havengebied maar eens ingaan. Je weet tenslotte maar nooit. Ik kom nu ineens ook bordjes tegen, dat is een goed teken. Maar 500 meter verder op zijn ze met de weg bezig en rijden alleen maar grote vrachtwagens. Daar ga ik echt niet langs. Maar vlak voor die opengebroken weg is om omleidingsweg voor fietsers. Nou, is toch aardig. Maar dan moet je vervolgens wel zo creatief zijn om daar een vervolg aan te geven. Maar het is nu al zo warm dat ik eerder aan andere dingen denk dan aan creatief een weg bedenken.
Dus gaat het fout.

De opdracht is eigenlijk de volgende: Zoek een weg naar de Dounau-eilanden. Die zijn er!!!
Heus dat zijn eilanden die in de loop der eeuwen zijn ontstaan door een andere waterloop en kanalen die zijn gegraven ten behoeve van de vrachtscheepvaart over de Donau. Nu wil ik natuurlijk niet veel zeggen maar om een leuk eilandje te creëren ben wel wat ruimte nodig en een brug om erop te komen. En die zie ik niet. Dan nog maar een eindje rondrijden, tot er een man en een vrouw gewapend met een grote koelbox op de fiets langs mij rijden. He, denk ik, zal eens vragen waar of de reis naar toe gaat.
Nach die inseln, oké, dan fiets ik jullie wel achterna denk ik. Want man en vrouw hebben wel erg veel haast om op de eilanden te komen.
Kom ik bij een brug, nou dat wil je niet weten, ik heb ook niet naar beneden gekeken, hoog en smal en daaronder een rivier om U tegen te zeggen. Eenmaal aan de overkant van die brug ben je na nog een klein rot bruggetje op het eiland. En aan de kant waar ik erop kom en die man en vrouw waarschijnlijk ook, lopen allemaal blote mensen. Nu ik eenmaal op zo’n eiland ben is het een fluitje van een cent (wat een beeldspraak).
Er staan nu plotseling ook weer allemaal bordjes, even kijken of mijn plaats er ook tussen staat.
En, ja hoor.
Ik ben 3 uur en 25 kilometer verder en nog steeds Wenen niet uit.
Maar dat gaat nu niet lang meer duren.
Het is hier vol van de nudisten zo zal ik ze voor het gemak maar even noemen. Het valt mij wel op dat er meer mannen rondlopen dan vrouwen. De vrouwen die er rondlopen zijn allemaal vies bruin en oerlelijk. De meeste mannen trouwens ook.
Er zijn veel ook veel fietsers op de dam die over het eiland loopt. De meesten gaan inderdaad richting Hainburg. Wanneer we eenmaal van het eiland zijn via een ander klein bruggetje volgt er een lange rechte weg vele kilometers lang in de brandende zon.
Onderweg kom ik 2 Italianen tegen, of liever zij fietsen mij voorbij. Ze zijn beide ergens eind 20, een jongen en een meisje. Ze rijden een hele poos met mij mee. Ze zijn met een camper langs de Donau aan het rijden en af en toe gaan ze een stuk langs de Donau fietsen. Op dit moment staan ze even buiten Wenen ( Lobau ) op een camping. Ze wilden vandaag naar Bratislava fietsen. Of ze het werkelijk hebben gedaan geen idee na een half uurtje ben ik ze kwijtgeraakt , omdat ik stopte omdat ik wat wilde drinken. Zij fietsten door, ze fietsten ook harder dan ik.

In Hainburg is het erg druk van de fietsers. De grote stop, want na Hainburg is er weer een paar uur niets. Mooi is het wel allemaal. Niet erg afwisselend. Even na Hainburg een brug een lange smalle enge brug,voor wat betreft de fietsers, de automobilisten zijn beter af, die hebben het brede middenstuk. Doodeng allemaal. Maar goed we hebben de overkant weer gehaald. Ik reed ergens in het midden in een rij van zeker 15 fietsers, allemaal richting Bratislava.
Het is tot Bratislava nog zeker 20 kilometer.

Veel variatie is er niet, meest landbouw in de vorm van graan en maïs
Er rijden al een poosje 4 mensen voor mij. Bij de grens stoppen ze. Ik ook maar om een andere reden dan zij stoppen. Ik om water te drinken, zij om te kijken of er ook een camping in de buurt is. Het zijn 2 Franse echtparen, die aan mij vragen of ik hier bekend ben in de buurt. Nou, nee zeg ik, ik ben hier ook met vakantie. Was ook niet zo’n slimme vraag want ze waren mij al verschillend keren voorbij gefietst. Maar een eindje verderop is een restaurant misschien dat jullie daar kunnen vragen. Dit alles in het Duits zeggende, want deze Fransen spreken behoorlijk goed Duits .
En verder gaat de reis weer. Een tijdje later sta ik weer voor een grote brug, wat ik toen nog niet wist maar nu 24 uur later wel, is daar de grote fout begonnen.
Ik twijfel of ik deze brug over moet of een andere. Er komen mensen aan gefietst, maar iedereen fietst zo hard om op die brug te komen dat ik denk het zal de enige brug wel zijn waar je over kunt. Dus ik ook maar die brug over. Eenmaal over de brug bedenk ik, laat ik de navigatie maar aandoen want ik ben niet ver meer van mijn hotel.
Foute boel dus. Er zijn teveel snelwegen en Garmin gaat zich weer helemaal auto voelen. Als ik toen ergens anders wel een andere grote brug had gezien was ik deze brug weer terug gereden en naar de volgende gereden.
Ik word door de Garmin alle kanten opgestuurd, dit alles doe ik lopende.
Totdat ik een U-bocht maken moet. Ik doe de navigatie maar even uit en probeer een rustig stukje stad te vinden en misschien wat mensen die mij kunnen vertellen in welk gedeelte van de stad ik ben. Want dit gaat niet lukken zo.
Ik stap op de fiets en ja hoor dit kan er ook nog wel bij, een lekke achterband.
OP dat moment, denk en zeg ik maar twee dingen GVD en waarom moest je nou weer zo nodig met de fiets op vakantie.
Maar ja daar heb je niet veel aan, met tranen in de ogen en trillende lippen zoek ik even een plekje waar ik even op adem komen kan. Want dit is echt niet leuk meer.
Nadat ik weer een beetje rustig ben geworden en kan nadenken hoe of dit opgelost moet worden zie ik een bordje Zentrum, dat moet lukken, probeer ik daar de navigatie weer en dan ben ik vast zo bij het hotel.

Het is bloedheet, ik heb dorst en het water is op, bovendien wanneer je, je flesje met water vult bij de talloze kranen onderweg, is het water binnen de kortste keren lauw.  Maar het centrum is nog ver weg, ik zit dus blijkbaar behoorlijk ver buiten het centrum van Bratislava. En de brug waar ik overgekomen ben zie ik ook nergens meer.

Dan de navigatie maar z’n zin geven, langs de snelweg lopen. In het begin gaat het wel, er is een soort van stoep. Daar loop is over, maar dat houd een keer op. De navigatie leidt mij feilloos over de snelweg naar een politiepost. Er staat een oom agent buiten de auto te wassen. Eerst loop ik er voorbij omdat ik een paadje zie die van de snelweg afgaat. Maar dat loopt dood.
Dan maar terug naar oom agent. Ik roep wat naar die agent en hij komt lachend aanlopen.
Ik blij, hij lacht nog.
Ik vraag of die Duits of Engels spreekt, een beetje. Ik vertel hem waar ik zijn moet, dat ik een lekke fietsband heeft en dat mijn navigatie voor de fiets denkt dat hij een auto is zodra hij de snelweg ruikt. Hij lacht.
Nu kijkt die al iets minder vrolijk, hij haalt zijn kameraad erbij die spreekt beter Engels dan hij doet.
Dus toen stonden we daar met z’n drieën gebogen over het boekje van de Donau-Radweg, maar dat bood geen uitkomst, grote stadsplattegrond erbij. Ja, en toen bleek dat ik echt helemaal fout zat. Ik had nog de stille hoop van toe jongens zet die fiets nou even ik dat busje en breng mij daar even heen. Maar nee hoor, dat ging niet door. Het wordt een barre voettocht van zeker 8 km, waarvan ergens in het midden een bergje van 12%..

Of ik wel op de snelweg kan blijven lopen, of dat wel vertrouwd is? Jawel, waar wilt U anders lopen? Ja, dat weet ik ook niet.
Nadat mij haarfijn is uitgelegd en ik foto’s heb  gemaakt van de plattegrond van waar ik langs moet en  oom agent mij voor de tweede keer een flesje water heeft gegeven ga ik op stap langs de snelweg.
Toch bij deze beste agenten bedankt.
Na een tocht van bijna twee uur in de hitte ben ik dan eindelijk compleet afgepeigerd aangekomen in het hotel.
Ik stel mij voor en zeg dat ik hier gereserveerd heb voor twee nachten, naam adres, paspoort, mijn God wat moet die man allemaal van mij. Ik geef hem eerst het bewijs dat ik geboekt heb, dan probeer ik het nog eens met een creditkaart, nee, hij moet en zal mijn paspoort zien. En die zit nu juist ergens onder in één van de fietstassen. Nou, dan maar een hoop rotzooi maken. Ik haal de tas van de fiets, is het per ongeluk ook nog de goeie, haal alles eruit en ja, hier is het mapje met paspoort en treinkaartjes. Met stijgende verbazing zit de man achter z’n loket toe te kijken wat ik aan het doen, met telkens de neiging om over de balie te springen.
Ik geef de man mijn paspoort, hij neemt het met open mond aan, schrijft vervolgens het nummer van mijn paspoort op in zijn grote boek voor de toeristenbelasting. De pennenlikker!!
Gelukkig kom ik de man het hele weekend niet meer tegen.
Ik krijg de sleutel van mijn kamer.
Bekijk de kamer  en haal de bagage van mijn fiets.
Dan komt de man naar mij toe en beduid mij dat ik  mijn fiets in huis mag plaatsen, en wel in de eetzaal.
Hoe slecht gaat het met Slowakije dat ik mijn fiets in de eetzaal mag plaatsen van een hotel?
Na de rest van de formaliteiten afgewikkeld te hebben probeer ik de man nog even te vragen of hij misschien een fietsenmaker weet.
Maar ik word er niet veel wijzer van. Ergens schijnt een fietsenmaker te wonen in Bratislava, maar of die mijn fiets wil maken op zaterdag, dat is de vraag.
Een half uurtje later in het restaurant dat vroeger bij het hotel hoorde krijg ik het verlossende antwoord op mijn vraag.
WIE GAAT MIJN BAND MAKEN OP ZATERDAG ?
Twee jongens die in het restaurant zitten horen dat ik de vraag stel in het Duits aan de serveerster. De serveerster weet het niet, maar de beide jongens die achter mij zitten en het gesprek tussen mij en de serveerster aanhoren weten het wel.
Zij geven mij het adres en het telefoonnummer van de fietsenmaker die mijn fiets gaat maken morgenvroeg.
Nu alleen maar hopen dat die dat echt gaat doen, anders heb ik een groot probleem.

 

19