25 - 2013
Dag 29
Vác – Szentendre
Afstand: 28,64 km
Goedemorgen iedereen.
Dacht ik toch echt dat ik om acht uur vanmorgen een afspraak voor het ontbijt heb. Maar niets is minder waar.
Maar door een taalprobleempje van beider dames en mij is dat dus om negen uur. Geeft niet maar ik sta dus om acht uur in de startblokken voor het ontbijt waarvan ik niet eens weet waar of het feestje is.
Is datzelfde feestje pas om negen uur.
Wat er tussen acht en negen uur precies allemaal gebeurd is eigenlijk een mooi scenario voor een film met David Attkinson, of een andere lachfilm.
Op een gegeven moment het zal tegen half negen zijn geweest heb ik er genoeg van, ik zal eens even op mijn mobieltje kijken wat of kilenc ook alweer betekent.
Shit, dat betekent negen en ik was in de veronderstelling dat, dat acht betekent. Dus het ontbijt is om negen uur.
En inderdaad tegen negen uur komt er wat leven in de brouwerij.
De vrouw van het pension/appartement, komt de trap op met een blad en daarop een schaaltje met 8 plakjes vlees, waarvan 4 ham en 4 salami, 1 in partjes gesneden tomaat en een punt paprika, en jawel daar zijn ze weer het brood, het bolletje en nog een broodje die (sorry) ook niet te pruimen is. Geen boter of marmelade, geen koffie of vruchtensap. Ik snap er echt niets meer van. Nou ja, dan maar vast voorzichtig beginnen met een plakje salami. Vijf minuten later vrouw komt weer naar boven met een dienblad en daarop een kopje, een kannetje melk, en een potje koffie, en jawel hoor de boter genoeg voor wel 10 plakken brood en bolletjes en weet ik wat al niet. Mooi, het eetfeestje kan beginnen. Ik heb net 2 plakjes brood weggewerkt met salami, komt mevrouw weer naar boven met honing en marmelade. Of ik nog iets wens? Nee, zeg ik, want ik kan het ook niet zo gauw bedenken. Met veel moeite werk ik een paar plakjes brood naar binnen, drink de koffie op en het vruchtensap. Dan ga ik de tassen maar eens op de fiets doen en ga betalen. Ik heb het wel weer gehad voor vanmorgen.
Ik heb echt mijn best gedaan om een paar woorden Hongaars te leren, maar wanneer die Hongaren zo snel spreken snap ik er echt niks meer van.
En sorry, er zijn nog steeds Hongaren ook van de leeftijdscategorie 20-30 die het vertikken Engels of Duits te spreken. Of zelfs te verstaan. Ze kijken je aan of je een geest bent en lopen verder zonder een woord te zeggen.
Maar goed, genoeg hierover.
Ik heb dus het ontbijt weggewerkt, de tassen op fiets gedaan, ik heb zelfs al betaald.
Wil ik de sleutel inleveren, staat mevrouw in de deur al met spanning op mij te wachten, dat ik de sleutel inlever. Ik geef de sleutel, ze doet de poort naar de vrijheid open, en.., shit ik mis iets,..m’n petje.
Ik zet de fiets tegen de muur, vrouw helemaal van slag, ik beduid dat ik iets vergeten ben, vrouw beetje in paniek, want ik loop weer in de richting van mijn appartement om te kijken waar of ik dat petje heb neergelegd. Ik vind het Goddank direct, en ga weer terug naar de poort van de vrijheid. Vrouw zegt nog iets van viel glück auf deine reise en ik vertrek richting Szentendre.
Nou ik kan iedereen verzekeren dat iets nog nooit zo gemakkelijk is geweest als heden morgen.
Eerst ga je met de veerboot oversteken. Die gaat elk uur, vanaf ’s morgens 6.00 uur tot ’s avonds 8.00 uur.
Aan de overkant van de Donau, je bevindt je dan op een eiland, ga je één lange rechte weg af en vervolgens kun je of van het eiland af, of je gaat nog een kilometertje of vijf over het eiland fietsen, dat wordt niet duidelijk aangegeven.
Ik ( kies ) er dus voor om van het eiland af te gaan. Iets wat ik misschien achteraf gezien beter niet had kunnen doen want ik kom nu op een voorrangsweg terecht. Ik hoop de eerste kilometer nog dat het zo wel beter wordt omdat ik ook andere fietsers zie, maar het gaat maar door en het wordt niet beter. Ook nergens een bordje te zien, voor zover je daar nog op letten kan. Dus dan maar gewoon richting Boedapest fietsen.
God zegen de klap.
Met het zweet op het voorhoofd en in de handen en op de rug kom ik in een klein dorpje waar ineens een bordje met VELO6 is, en die wijst linksaf. Gelukkig van de snelweg af.
Dat waren dan tien kilometer voorrangsweg.
Nu gaat het een poosje lekker rustig en heb ik de tijd om eens om mij heen te kijken.
De Donau is ook hier flink tekeer gegaan in Juni. Overal zie je nog bemodderde bomen en struiken, fietspaden die nog vol met vastgeklonken modder zit en wat nog erger is er zijn complete stukken van fiets- en voetpaden weggeslagen. Je kunt het je nauwelijks voorstellen wat zich hier heeft afgespeeld in juni.
Ik fiets namelijk best wel hoog. Dat wil zeggen de Donau is nu minstens 20 meter bij mij vandaan en de hoogte is plm. drie meter. Dan komen er bomen en die zijn tot ongeveer 1½ meter hoogte bevuild met modder. Je kunt dus zien tot waar het water heeft gestaan. Maar je kunt je niet voorstellen hoe of dat er uit heeft gezien toen het water zo hoog stond.
Nog een paar kilometer en dan Szentendre.
Jawel hoor, ook hier is het verschrikkelijk geweest.. Mensen zijn nog steeds hard aan het werk om de schade te herstellen.
Het fietspad waar ik overheen moet is er niet meer. Er staan hekken omheen. Honderd meter verder kun je wel weer fietsen , maar kan een fiets met veel bagage niet naar beneden omdat het een normale trap is. Dan maar voorzichtig fietsen en goed opletten welke richting de bordjes wijzen. Na een paar kleine vergissinkjes bereik ik dan het pension voor vannacht. Het is één uur in de middag en ik kan er niet eerder terecht dan twee uur.
Dan maar even een uurtje wat rondrijden, even kijken waar het morgen langs gaat naar Boedapest .
Ook dat is snel gevonden. Dan maar even kijken of er hier een Spar, Aldi, Coop of wat dan ook voor supermarkt is. Want we leven in 2013 en de val van de muur was in 1989. Er is veel gebeurd in die tijd. Overal in Oost Europa zijn winkels gekomen zoals er zijn in West Europa, als je die scheiding tenminste nog maken mag. Ik doe het in dit geval wel. Ik wil er verder ook niet over oordelen of het allemaal wel zo goed is voor het voormalige Oost Europa, daar is deze website niet voor bedoeld. Deze website is alleen maar voor de leuke dingen van het leven bedoeld. Maar af en toe ontkom je er niet aan om een klein beetje van de dagelijkse politiek te noemen.
Genoeg hierover.
Nou, er zijn hier dus een Lidll, en een Coop abc, dat is een hele kleine Coop waar je eigenlijk alleen maar limonade, kauwgum, sigaretten en bier kunt kopen..
Ondertussen is het twee uur.
Op naar het pension voor vannacht, het zal mij benieuwen waar ik nu weer terecht kom.
Toen ik net bij de Lidll was hoorde ik iedere keer een knal. Ik kon het toen even niet plaatsen, maar er is een schietbaan vlabij het adres waar ik slaap vannacht. Het zal mij benieuwen. Trouwens er is ook een kazerne vlakbij en het is blijkbaar payday want er staat een lange rij voor de bankomat die tegenover de kazerne is. Een lange rij van soldaten, het grootste deel met rugzak maar wel in burger staat voor de bankomat om geld te pinnen. Om daarna met weekendverlof te gaan?
Bij het pension aangekomen is het even uitzoeken hoe ik hier binnenkom, maar het lukt, nu nog de bel vinden om mij te melden. Dat is een groter probleem. Want nergens is een bel te vinden. Dan maar op een één of ander raam tikken. En ja, het werkt.
Binnen de kortste keren wordt er ergens een deur geopend. Men verwacht mij.
Zij, vrouw ergens begin zeventig zegt in het Duits, ik haal mijn man even want die spreekt Duits en Engels.
Geweldig, het begint goed.
Hij, man net wakker van zijn middagslaapje in korte broek voert het woord, zegt tegen vrouw, maak even koffie, vraagt aan mij U wilt toch wel koffie
Eh, ja graag. Waar komt U vandaan? Ik, nu? Nee, zegt hij. Waar woont U? In Nederland. Ja, zegt hij dat hoor ik. U komt niet uit Duitsland. Waar in Nederland woont U? In Groningen. Oh, dat is toch in het Noorden van Nederland? Ja, zeg ik heel braaf. In het noorden van Nederland. Nog nooit geweest, zegt de man. Wel in Amsterdam en Den Haag. Oh, zeg ik Groningen is ook heel mooi.! Zo, gaat het gesprek nog een poosje voort. Ik krijg koffie met een koekje. Man stelt vragen. Ik antwoord. Vrouw is nergens meer te bekennen. Ik schrijf mij in en vraag waar mijn kamer is? Of ik ook nog naar het centrum ga vandaag?
Ja, ik ga ook nog naar het centrum vandaag. Oké, dan moet U daar en daar langs. Ja dat weet ik, want ik kom net daarvandaan.
Oh, dan wijs ik nu U, uw kamer. Prima denk ik. Ik zeg het al niet eens meer. We hebben U de kamer beneden maar gegeven want boven is het zo warm, daar schijnt de zon de hele dag op. Is prima zeg ik. En ik krijg het appartement beneden. Wat het kost zie ik morgen wel. Want het is en blijft hier voorlopig nog wel goedkoop hier in Hongarije.
Nadat ik mijn appartement gezien en goedgekeurd heb, en de tassen van fiets heb afgehaald ga ik maar richting centrum van Szentendre.
Het is werkelijk een heel leuk stadje of zal ik zeggen dorp.
Tja, ik weet het niet.
Het is wel erg nostalgisch.
Het is , hoe zal ik het zeggen, geen Staphorst, Volendam, Marken, nee het is iets anders. Misschien dat ik er later op terugkom. Ik weet het nog niet.
Na het terrasje en wat rondlopen, het is ondertussen half zes krijg ik wel trek in eten. Op zoek naar eten. Kom ik tot de ontdekking dat er niks Hongaars meer is aan dit Hongarije is. Alleen maar Pizzeria’s en Joegoslavische restaurantjes.
Tja, daar sta je dan…! En ineens weet ik het.., het is alsof j , je bevindt in een museumdorp, met winkeltjes voor toeristen die alleen maar dingen MOETEN verkopen voor een paar lullige centen.
Ik zoek mij een restaurant uit en bestel een shashlick. Maar zelfs dat mag de naam shashlick van mij niet meer dragen.
Het is zes uur en plots wordt het heel stil in de straten van Szentendre. De stad is dood.
De winkels gaan sluiten.
Er is niks meer te doen.
Oh, er is een muzikant op het terras waar ik een shashlick heb gehad, maar waar die voor zingt, ik weet het niet.
Want ook dat is nep. (hij playbackt)
Ik ga naar het pension, koop mij onderweg iets te drinken, en neem mij heilig voor vanavond niet eerder te gaan slapen voordat ik het dagboek boek helemaal
up to date heb bijgeschreven.
En dat is bij deze gelukt.
Morgen ga ik naar Boedapest.
26