22 - 2015
Dag 23
Aken a/d Elbe – Maagdenburg
Afstand: 78,87 km
Vanmorgen was het dus weer raak, achterband helemaal leeg. Vreemd hoor, zal dat van de warmte komen. Iets met spanning en druk en weet ik veel.
Ik begrijp er echt geen jota van.
Na het ontbijt vraag ik om een fietspomp. Ik krijg een fietspomp maar er zit een verkeerd mondstukje op namelijk voor autobanden. Een Nederlands echtpaar die daar ook voor één nacht hebben geslapen en waar ik al kennis mee heb gemaakt horen het verhaal aan en de man bied aan om het eens te proberen met een klein fietspompje. Is goed zeg ik, dus de man aan het pompen. En ja hoor, binnen de kortste keren is de band weer vol lucht. Nu, de tassen er maar op zegt de man en dan maar hopen dat die vol blijft, anders wordt het toch nog even bij de fietsenmaker langs hier. Ja, maar eigenlijk past me dat niet vanmorgen. Ik moet naar Maagdenburg en dat ligt niet direct naar de deur. Hemelsbreed is het maar 45 km. Maar met al de bochtjes en andere kronkels in de Elbe mag je daar minstens de helft bij tellen. Komt nog bij dat het weer erg warm wordt vandaag. Tja en wanneer ik eerst bij de fietsenmaker langs moet die pas om 10.00 uur opengaat, dan wordt het een latertje vandaag.
Maar ondertussen zijn alle tassen met hun gewicht op de fiets geladen, en de band is nog hard. Nou nog een beetje lucht erbij zegt de man. Oké, zeg ik. En zo gebeurd het.
Nu het volgende: Het echtpaar gaat naar Dresden toe en willen dit het liefste na het verhaal van mij langs de Elbe doen. Maar ze hebben geen boekje. Ik vertel ze van de Elbe-Radweg en de speciale bordjes langs de weg (foto van een bordje). Gisteren waren ze helemaal verkeerd gereden omdat ze eigenlijk niet wisten waar de bordjes voor dienden. Ik bied ze aan om zover met mij mee te rijden naar de veerboot, ze kunnen van daaruit namelijk de route die ik gisteren gefietst heb terugrijden, via Dessau naar Lutherstad Wittenberg.
Zo gezegd, zo gedaan.
Bij veerpont in Aken nemen we afscheid, mijn band is nog steeds keihard.
Ik ga met de veerpont naar de andere zijde van de Elbe en vervolg daar mijn weg, met de zenuwen die door mijn lijf gieren omdat ik bang ben dat de band leeg gaat lopen.
Ik durf bijna nergens meer te stoppen bang als ik ben dat het mis gaat. Maar ondertussen ga ik wel over onverharde wegen met gaten en hobbels en kuilen maar daar denk ik niet bij na.
Op een gegeven ogenblik moet ik toch even stoppen ten eerste omdat ik dorst krijg en ten tweede ik moet zo nodig naar de wc. Dus wanneer de gelegenheid zich voordoet en er net een hele horde vakantiegangers op de fiets mij gepasseerd zijn stap in toch maar even af. Schiet de bosjes in, drink water en maak nog een paar foto’s, komen er een man en vrouw op de fiets en die stoppen omdat de man zo graag een foto van z’n vrouw wil maken bij de fiets, zeg ik zal ik een foto van jullie samen maken. Is goed zegt de man. Dus ik maak een foto van man en vrouw bij fiets, we praten nog even en gaan allen onze eigen weg weer. Mijn achterband nog steeds hard.
Een tiental kilometers verder ergens in een bos even weer een drinkpauze en wat foto’s van de muren van een poort van een nog ouder landgoed.
Weer een leuke ontmoeting met een vrouw uit Berlijn. Ze fiets vandaag richting Dessau. Waar of ik heenga vandaag. Ik ga naar Maagdenburg. Oh, zegt ze, het is prachtig daar. Hoelang ik in Maagdenburg blijf? Twee volle dagen zeg, dat is wel erg kort om de hele stad goed te bekijken, zegt ze. Ja, dat geloof ik graag zeg ik maar ik heb niet meer tijd en ik ben nu al vier weken onderweg. Waar ik begonnen ben? In het Reuzengebergte, bij de Elb-quelle. Oh, en hoe ben je daar dan gekomen, en nog veel meer vragen. Het is een heel iepselig vrouwtje. En vast ouder dan ik ben. Dus nadat ik haar mijn verhaal heb verteld vraag ik haar of ik mag weten hoe oud ze is. En met gepaste trots verteld ze dat ze 76 jaar is en al door veel landen maar vooral door Duitsland heeft gefietst. Mijn mond valt open van verbazing, 76 jaar en nog zo sportief bezig. Ja, zegt ze maar ik fiets nu niet zover meer en ik doe er nu veel langer over. En zegt ze ik doe het nog zonder ondersteuning op de fiets. Ja, zeg ik, ik vind het knap hoor. Maar ik kampeer niet wijzend op mijn rode tas op de fiets. Ik lach, nou zeg ik, ik kampeer ook niet hoor. Vroeger wel maar sinds ik een soort van reuma heb, heb ik een fiets met trapondersteuning en slaap ik in hotels, pensions en b&b’s. Oh, en hoe oud bent
U dan vraagt ze. Ik ben 63 jaar antwoord ik. Maar dan is dat toch hartstikke goed van U. Ik bedank voor het compliment.
Fietst U ook altijd alleen vraagt ze en waarom? Ik vind het heerlijk om alleen te fietsen zegt ze. Kan ik nadenken over het leven en de dingen die ik nog doen wil en ik hoef met niemand verder rekening te houden. Ja, zeg ik, ik ook. We praten nog wat, ze vraagt of ze mijn adres en telefoonnummer hebben mag en ik geef haar een visitekaartje met de naam van de website. Och, wat jammer nou toch, ik heb geen computer zegt ze. Nou dan zet ik mijn telefoonnummer en mijn adres er even op zeg ik, Wacht zegt ze ik heb ook kaartjes. En zo wisselen we adressen uit. Ik ben benieuwd of ik ooit nog van haar hoor.
Wat een leuk mens.
We wensen elkaar nog een fijne reis en gaan onze weg. Zij naar Dessau vandaag en dan richting Dresden en ik naar Maagdenburg.
Ik ben alle zorgen om de achterband kwijt.
Nog een kleine 15 kilometer naar Maagdenburg en alles verloopt verder zoals het hoort te verlopen, tot in Maagdenburg zelf, daar mis ik weer eens een bordje en kom ik niet uit waar ik uit hoor te komen, namelijk in de binnenstad van Maagdenburg. Dat is pech hebben want wanneer ik daar wel uit was gekomen was ik ook dichtbij mijn overnachtingsadres geweest. Nu ben ik er verschrikkelijk ver vanaf.
Garmin maar eens aanzetten. Daar word je ook niet echt vrolijk van, ben er nog 8 km vandaan.
Dan nog maar een slokje water.
En na vele malen links en rechtsaf slaan kom ik dan aan op mijn overnachtingsadres voor de volgende drie nachten.
Een aardige mevrouw van midden dertig doet de deur open en vraagt wie ik ben. Ik zeg mijn naam en ze zegt dat ze naar mij toekomt .
Mijn kamer en het pension zijn een paar meter verderop in de straat. Ze wijst me mijn kamer en verteld waar de sleutels van zijn. Daarna vraag ik aan haar of hier ook een fietsenmaker in de buurt is want mijn achterband doet de laatste dagen zo vreemd. ’s Morgens is de band helemaal leeg en wanneer ik het dan vul met lucht dan fiets ik daar zo rond de 70 kilometer blijft die nagenoeg vol, de volgende dag is die weer leeg. Ze wijst mij een fietsenmaker waar ik naartoe kan gaan. Ik op weg naar de fietsenmaker. Bij de fietsenmaker aangekomen vertel ik het hele verhaal van de band die sinds 2 dagen heb en dat ik graag wil dat die de binnenband vervangt. Nou, niet zo voorbarig. Bent U op doorreis? Ja ,zeg ik. Wanneer gaat U verder, vraagt hij. Woensdag, lieg ik. Weet je wat zegt de fietsenmaker, ik ga die band eens goed vullen met lucht en draai het ventiel nog eens goed vast en wanneer de band morgenvroeg weer zacht is komt U terug en dan gaan wij U een gratis band geven. Oei, die is wel erg zeker van zijn zaak. Is goed zeg ik. De band wordt eens goed met lucht gevuld en ik ga terug naar het pension waar ik overnacht.
Op mijn kamer aangekomen eerst maar eens een klein wasje doen.
Het pension herbergt ook werklui die ergens in de omgeving van Maagdenburg werken en in het weekend naar huis gaan.
Ik ga nog even richting het centrum want ik heb honger en dorst.
De eerste de beste gelegenheid die ik tegenkom ga ik zitten drinken en eten.
Een Flamkuchen en een groot biertje.
Op de terugweg nog even bij een grootgrutter langs geweest voor wat kleine boodschapjes.
Morgen ga ik Maagdenburg bekijken of naar de fietsenmaker voor en gratis nieuwe binnenband.